Twee zondvloedverhalen
In de Bijbel staat een verhaal waarin God het grondwaterpeil verhoogt tot boven de hoogste bergtop. Alleen Noach met zijn drijvende dierenambulance weet aan al dat water te ontkomen. Het is met stip het bekendste en populairste bijbelverhaal. Wonderlijk. Wellicht identificeren wij ons zo vanzelfsprekend met Noach in het verhaal, dat het gruwelijke lot van de rest van de mensheid ietwat buiten beeld raakt.
Ds. Jan Willem Nieboer, predikant wijkgemeente Groningen-Zuid
Het beeld van een God die zijn schepping laat verdrinken past slecht bij alle andere bijbelverhalen. Zo slecht, dat het eigenlijk een opluchting is om te ontdekken dat de oorspronkelijke versie van het zondvloedverhaal ook helemaal niet bijbels is. Toen eind negentiende eeuw het oude, verwoeste Nineve werd opgegraven, stuitte men op een bibliotheek met kleitabletten. Die waren door brand niet verteerd, maar gebakken en zodoende prachtig bewaard gebleven. Op een van deze tabletten stond in spijkerschrift een verhaal over een grote boot vol dieren die op een bergtop blijft steken en waaruit de schipper een duif en een raaf laat vliegen. Vele eeuwen ouder dan de bijbelse geschriften. Ineens werd duidelijk dat Noach een veel oudere, heidense voorganger had.
Gilgamesj
Het kleitablet waarop het verhaal met de vloed en de ark te lezen was, was het elfde tablet uit een serie van twaalf tabletten. Samen vertellen ze het Gilgamesjepos. Gilgamesj is een mannetje met te veel testosteron dat een reis maakt met zijn beste vriend. Als deze vriend onderweg sterft, wordt Gilgamesj bang voor de dood en gaat hij op zoek naar het eeuwige leven. Hij gaat op bezoek bij Oetnapisjtim, de enige mens ter wereld die van de goden het eeuwige leven heeft ontvangen. Gilgamesj vraagt hem te vertellen hoe hem dat gelukt is. Op het elfde kleitablet vertelt deze onsterfelijke Oetnapisjtim zijn verhaal:
Dieren en zaden
De goden uit de tijd van Oetnapisjtim blijken ook al moeite gehad te hebben met vergaderen. Een dominante god weet de hele godenvergadering te overrulen. Hij drukt zijn plan door om de hele aarde onder water te zetten en zich zo te ontdoen van de lastige mensheid. Maar god Ea, die de mensen goedgezind is, fluistert het verschrikkelijke plan stiekem door aan Oetnapisjtim. Hij draagt hem op een grote boot te bouwen. Daarin stalt Oetnapisjtim alle dieren en ook alle zaden (die is Noach blijkbaar vergeten). Daarnaast krijgen ook zijn familieleden een plekje en de ambachtslieden die geholpen hebben de boot te bouwen. Als de zondvloed losbarst, drijft Oetnapisjtim met have en goed over het water tot de boot blijft steken op een berg. Hij laat een duif uit die terugkomt en daarna een raaf die wegblijft. Zo weet hij dat het water gezakt is. Iedereen kan de boot verlaten. De god die de mensheid wilde wegvagen wordt woedend als hij ontdekt dat er toch overlevenden blijken te zijn. Maar god Ea neemt het voor de mensen op en weet de kwade god tot inkeer te brengen. Oetnapisjtim en zijn vrouw ontvangen voor al hun moeite en inzet het eeuwige leven. Tot zover het Gilgamesjepos.
Terug naar de oervloed?
Blijkbaar was dit oeroude verhaal ook bekend bij de bijbelschrijvers. Wie weet raakte het joodse volk ermee bekend toen ze gedeporteerd waren naar Babel. Joodse verhalenvertellers hebben het wellicht opgenomen in hun repertoire zodat er gaandeweg een eigen versie ontstond die uiteindelijk in de Bijbel is beland. Hoe het ook zij, het is interessant om te bekijken wat er nou precies veranderd is in de bijbelse versie.
Allereerst kent de bijbelse versie maar één God die een heel andere rol heeft in het verhaal: God ziet dat de mensen zijn schepping kwaad doen. Zoveel kwaad dat zelfs God niet meer kan bedenken waarom Hij deze schepping eigenlijk in stand zou moeten houden. Laat het dan maar weer worden zoals het ooit was: een grote oervloed. Maar dan kijkt God nog eens goed en ontdekt tussen al die minkukels een rechtvaardig mens. Noach heet hij, zijn naam betekent troost. God laat hem een ark bouwen zodat met Noach de hele schepping gered wordt. Eén rechtvaardige is voor God genoeg om een hele schepping van de ondergang te redden. Een andere hoopvolle wending is dat bij Noach de volgorde van de vogels is omgekeerd. Hij laat eerst de raaf uit en dan pas de duif. De raaf komt niet terug. Zo’n aaseter vindt met al die lijken volop te vreten. Maar Noach komt in tegenstelling tot zijn heidense collega pas de ark uit als de duif een plek heeft om te nestelen in de wereld buiten de ark.
Hoop voor de schepping
Tot slot wordt Noach in het bijbelse verhaal niet in zijn eentje beloond met het eeuwige leven. In plaats daarvan garandeert God het voortbestaan van de hele schepping. God belooft de wereld nooit weer onder water te zetten en zet als handtekening zijn regenboog aan de hemel. Zo wordt het oorspronkelijke verhaal over willekeur van goden en de mazzel van een enkel echtpaar omgebogen tot een hoopvol verhaal voor al wat leeft.
Dit artikel verscheen in Kerk in Stad 5 – 2023, van 14 maart 2023. Zie kerkinstad.nl