Kerk-zijn vandaag: een nieuwe richting voor de Groninger Kerkbode

Kortgeleden wijdde Noordnieuws een nieuwsuitzending aan de kerk in de provincie Groningen, met als titel: “Steeds minder predikanten in de provincie, het speelt hier sterker dan elders.” Het item is nog na te lezen op rtvnoord.nl. De eerste vraag die aan de orde kwam, was waarom iemand nog predikant wil worden.

Ds. Henk Schuur

Tirtsa Liefting, predikant van de Nieuwe Kerk in Groningen, antwoordde op die vraag dat het voeren van gesprekken met mensen over het leven en over wat het leven zin geeft van belang is, en dat zij het belangrijk vindt om mensen bij te staan op belangrijke momenten – geboorte, huwelijk, overlijden… en stil te staan bij wat de bijbelse verhalen vandaag (nog) te vertellen hebben. Herkenbaar voor wie predikant werd en nog predikant wil worden.

Te weinig predikanten?

Daarna kwam aan de orde dat het aantal predikanten in onze provincie terugloopt: momenteel heeft 1/3 van het aantal kerkelijke gemeenten geen eigen predikant meer. Hoe los je dat op? Al in de jaren 1970 werd er in het Marnegebied een streekgemeente gevormd, bestaande uit drie secties, waarvan elke sectie was ontstaan uit de samenvoeging van een aantal kleinere gemeenten. In één van die secties werd ik in 1978 pastoraal medewerker; voor de beide andere secties was er een predikant.

In de loop van de tachtiger jaren kwamen er predikanten die, in dienst van de classis, ondersteunende werkzaamheden deden op het Groninger Hoogeland – overbruggen van vacatures, helpen bij het beroepingswerk, opzetten of uitbouwen van het Samen op Weg-proces. Intussen is het SOW-proces overgegaan in de totstandkoming van de PKN, maar nog steeds worden de gemeenten kleiner en gaat de vorming van grotere kerkelijke verbanden – de vorming van streekgemeenten – door. En ook nu zijn er predikanten, aangesteld door de classis, die ondersteunende werkzaamheden doen.

Hoe werk je samen?

Onlangs werd ds. Heleen Maat uit Pieterzijl als classispredikant bevestigd. Zij sprak in de nieuwsuitzending over kleine gemeenten die niet meer zelfstandig kunnen voortbestaan. Samenwerking met één of meerdere grotere gemeenten lijkt dan voor de hand te liggen, maar blijkt in de praktijk moeilijk te zijn – er is een groot verschil tussen verstand en gevoel. Er komen grote vragen op de (kleine) gemeenten af, zoals: Hoe kun je nog gemeente zijn als je niet meer zelfstandig bent? Welk gemeentewerk wil je overeind houden en hoe organiseer je dat? Want ook het aantal kerkenraadsleden en andere vrijwilligers loopt terug.

Hoe wij ook tegen de positie van onze kerk en onze gemeenten aankijken in het huidige tijdsgewricht, de samenleving kijkt wel naar ons. Wij zijn ons dat steeds meer bewust geworden en wij zijn ons ook steeds meer gaan afvragen: Hoe kunnen wij kerk zijn in het dorp? Wat kunnen wij als kerk voor het dorp en zijn inwoners betekenen? Jolanda Tuma, vrijgesteld geestelijk verzorgster, helpt gemeenten antwoorden te geven op deze vragen en initiatieven te ontwikkelen voor een vorm van samenwerking tussen dorpsgemeenschap en kerkelijke gemeente. Zij heeft daar in de Kerkbode wel over geschreven, maar het zou fijn zijn als predikanten, kerkelijk werkers en vrijwilligers daar ook eens over zouden schrijven, om daarmee andere gemeenten van dienst te zijn.

Antwoorden op levensvragen

In de huidige situatie van kleiner wordende gemeenten blijft het van belang dat voldoende predikanten beschikbaar zijn en blijven. Inmiddels worden er HBO-kerkelijk werkers opgeleid, die hun plaats beginnen te krijgen binnen onze kerken. Naast het voorgaan in vieringen staan zij ook mensen bij in het zoeken naar en het vinden van antwoorden op hun levens- en zingevingsvragen. Gelukkig kennen wij in de kerk ook de zij-instromers, mensen die vanuit een ander vakgebied er op latere leeftijd voor kiezen om predikant of kerkelijk werker te worden (vaak zijn zij heel gemotiveerde mensen, die ook een stuk levenservaring meebrengen). Via een aangepaste studie en bijbehorende stage kunnen zij in de kerk aan de slag.

De vraag, die aan het slot van de nieuwsuitzending aan de orde kwam – ‘Waarom besta je nog als kerk?’ – is in feite gesteld aan ons allemaal. In het belang van het voortbestaan als kerk is het goed ons hierop te bezinnen en te proberen antwoord te geven.
Andere vragen hangen hiermee samen: Staan wij als kerk voor onze eigenheid in de samenleving? Wat betekent de persoon en het werk van Jezus voor ons geloven, voor ons gemeente-zijn?

Vluchtelingen

Behalve deze vragen, spelen in onze kerk en onze gemeenten ook de grote vragen die op dit moment in de samenleving aan de orde zijn een rol. In de jongste nieuwsbrief van de classis wordt aandacht gevraagd voor het vraagstuk van vluchtelingen en asielzoekers. Als de kerkelijke vluchtelingenorganisatie INLIA een beroep op gemeenten doet, wat doe je daar dan mee? Waar sta je dan als kerk? Hoe ondersteun je je gemeenteleden die hun nek uitsteken om te helpen?

Platform voor gesprek

Andere zaken die steeds meer aandacht vragen zijn de energietransitie en de CO2-uitstoot. De verhoudingen in onze samenleving polariseren. Mensen komen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Gesprekken zijn soms niet mogelijk; er wordt slecht naar elkaar geluisterd. Hoe ga je daar als kerk mee om? Kun je als kerk een platform voor gesprek zijn? Hoe zou je dat kunnen organiseren?

Ramen en deuren open

Kerk-zijn vandaag is niet alleen aandacht schenken aan je eigen vragen en problemen, maar ook aan wat er in de samenleving en de wereld om je heen gebeurt. Het is niet des kerks om ramen en deuren dicht te doen en daarmee de wereld en haar problemen buiten te sluiten – na Pinksteren zijn de ramen en deuren opengegaan en kwam de wereld in beeld… en de kerk bleek een Woord voor de wereld te hebben. En nog steeds hebben we dat Woord voor de wereld. En de wereld wacht op dat Woord, ziet uit naar dat Woord… dus!

Groninger Kerkbode

Als Groninger Kerkbode willen wij proberen meer op deze ontwikkelingen in te spelen. We hopen dat predikanten, kerkelijk werkers, kerkenraadsleden en anderen daarover in de Kerkbode willen schrijven, om elkaar te steunen en te stimuleren in het kerk zijn.

Dit artikel verscheen eerder in de Groninger Kerkbode van week 25groningerkerkbode.nl.

Scroll naar boven