Ds. Aarnoud van der Deijl vertelt waar hij zijn hoop uit put
Sinds december vorig jaar ben ik werkzaam als pionierend predikant in Abcoude. Ik twijfelde destijds wel – kon ik wel gaan pionieren na mijn boek De toekomst van de kerk? Want daarin beschreef ik juist alles wat mensen probeerden maar wat niét heeft gewerkt. Maar wat ik van pionieren heb geleerd is dat het een heel andere insteek heeft dan de missionaire plannetjes om weer mensen in de kerk te krijgen. Je luistert vooral naar God, en naar de mensen om je heen. Als dat pionieren is, dan sluit dat juist erg aan bij mijn boek. Daarom noem ik mezelf nu toch maar pionierend predikant.
Wereldwijde secularisatie
Ergens halverwege mijn boek vertel ik dat er in 2018 twee publicaties waren die mij heel erg confronteerden. Het ene was het rapport ‘God in Nederland’ dat eens in de zoveel jaren uitkomt. Op een of andere manier kwam dat toen wat meer binnen. En ook een afscheidsoratie van een hoogleraar godsdienstsociologie, Staf Hellemans, die heel stellig zei dat de secularisatie gewoon doorgaat. Niet alleen in het Westen of alleen in Nederland, wat mensen vaak denken, maar overal ter wereld. Natuurlijk had ik tijdens vijfentwintig jaar predikantschap ook wel gezien dat de kerk elk jaar leden verliest, maar toch had ik als gereformeerd, activistisch jongetje gedacht dat we op een dag een manier zouden om de krimp te stoppen en misschien wel weer zouden groeien. In 2018 drong het voor het eerst tot mij door dat dit niet klopte.
Rouw om de kerk
Toen dacht ik terug aan psychiater Elisabeth Kübler-Ross met haar rouwfases. Zij zegt dat als je met verdriet wordt geconfronteerd, je altijd de neiging hebt om het eerst te ontkennen, dan te gaan marchanderen, enzovoorts. Zij zegt dat je er vaak meer aan hebt om de werkelijkheid te accepteren zoals die is. Zelfs iemand die terminaal is kan bedenken hoe hij de tijd die hem nog gegeven is zo goed mogelijk kan invullen. Ik heb die theorie, die ik vanuit het pastoraat kende, ook hierop toegepast.
Gedachte-experiment
Wat levert het op als ik langs die lijnen ga kijken hoe mensen op het verlies van de kerk reageren? Er zijn inderdaad mensen die het ontkennen of die berusten: ‘het zal mijn tijd wel duren’. Ik merkte dat mijn strategie die van het marchanderen was: nu gaat het niet goed, maar morgen wordt alles beter! Maar dat leek me ook niet meer zo’n vruchtbare houding. Echt accepteren doe ik het nog steeds niet, maar ik probeer mezelf te dwingen tot een gedachte-experiment: wat als we er nou vanuit gaan dat de secularisatie doorzet? Hoe zou je dan kerk kunnen zijn? Zodat je in ieder geval met de mensen die er zijn bedenkt wat op dit moment goed is om te doen: Waar worden we zelf door geïnspireerd en wat is voor ons haalbaar – zonder dat we burn-out raken?
Drenthe en Groningen
Ik vind het wel mooi dat een van de pijlers waar het beleidsplan van de classis Groningen-Drenthe op rust, de onderlinge solidariteit is. Als je vrijwilligers en predikanten tekortkomt, begint de machine natuurlijk te piepen en te kraken. Kunnen we dan in ieder geval elkaar daarin ondersteunen? Daar zit een waarde onder, daarom vind ik het mooi.
De verwoesting van de Tempel
In mijn boek haal ik het verhaal aan van rabbi Jochanan ben Zakkai, die iets na Jezus leefde en de vernietiging van de Tempel meemaakte. Hij loopt met een leerling langs de rokende puinhopen van de tempel en vraagt hem waarom hij huilt. De leerling zegt: “Als er geen tempel is, kunnen we geen offers brengen. Zal God ons dan wel vergeven?” Rabbi Jochanan antwoordt dat in de profeet Hosea al staat dat voor God liefde en barmhartigheid belangrijker zijn dan brandoffers. Het mooie van dat verhaal vind ik dat hij op die manier laat zien dat als je teruggaat naar de kernwaarden, je die met elkaar kunt vormgeven op een nieuwe manier.
De grote opgave
Uiteindelijk is dat een succesverhaal geweest, want het Jodendom is door mensen als rabbi Jochanan getransformeerd van een tempelreligie naar een godsdienst die vooral thuis wordt beleefd, zoals met het Sedermaal en het Loofhuttenfeest. Ik denk dat dat de grote opgave wordt, hoewel ik niet precies weet hoe dat in Groningen en Drenthe kan worden ingevuld. Als je die slag kunt maken – ook al worden we kleiner, wat zijn de waarden waar we voor willen blijven staan? – dan ontdek je soms misschien weer nieuwe kansen. Uit dat soort dingen put ik mijn hoop.