Tussen veelkleurigheid en verbinding: de plaatselijke regeling

Een nieuwe manier van besturen in Groningen

De laatste maanden is er veel werk verzet om een nieuwe plaatselijke regeling op te stellen voor de Protestantse Gemeente Groningen. De kerk verandert, en daarom de manier van besturen nu ook. Over het hoe en waarom van deze verandering een gesprek met de voorzitters van de Algemene Kerkenraad (AK), Josha Veger, en College van Kerkrentmeesters, Vincent van Ravels.

Henk Binnekamp

Foto: Kiek van Siek

Voor de meeste kerkgangers zal het van geen enkele betekenis zijn: een plaatselijke regeling. Een kerk- of viergemeenschap houdt zich met name bezig met de hogere zaken in het leven. Toch is de kerk ook een organisatie die bestuurd moet worden: er werken professionals en vrijwilligers, door specifieke personen of organen moeten er soms besluiten worden genomen. Kortweg: er is een bestuurlijk reilen en zeilen in de kerk. Om daar goed vorm aan te geven is iedere gemeente kerkordelijk verplicht een plaatselijke regeling op te stellen. Een document waarin het plaatselijke bestuur wordt vormgegeven en vastgelegd.

Aanleiding tot verandering

Josha: “Er wordt binnen de Protestantse Gemeente Groningen (PGG) al bijna tweeënhalf jaar gesproken over een transitie die we moeten doormaken om de kerk hier in Groningen toekomstbestendig te maken en gezicht te geven in de Stad. Deze gesprekken vonden plaats in een zogenoemd Breed Overleg: Gesprekken met afvaardigingen uit de verschillende wijkgemeenten. Vanuit dit overleg kwamen de wens en de noodzaak naar voren dat men als PGG enerzijds beter wil samenwerken, talenten gezamenlijk wil kunnen inzetten, maar dat men ook grote waarde hecht aan de eigen kleur en stem van de wijkgemeente, en andere vierplekken. De plaatselijke regeling is daarvan eigenlijk een juridisch gespreksverslag, de ‘zachte’ intenties die in ‘harde’ duidelijke juridische taal zijn gegoten.”
Vincent: “Dat is echt de tendens van deze regeling: het is de juridische kapstok om samen te werken en de verbinding te zoeken.”
Josha: “Met die verwoording zijn we trouwens geholpen door een adviseur: Jenneke Span.”

Twee veranderingen die in elkaar grijpen

Vincent: “Met de uitkomsten van de Breed Overleggen zijn we als Algemene Kerkenraad (AK) aan de slag gegaan en zijn we met een transitievoorstel gekomen omtrent de aanstellingen van beroepskrachten: om versnippering van aanstellingen te voorkomen willen we hier meer centraal regie in voeren.”
Josha: “Wat het allemaal nog wat complexer maakt: beide processen, dus die van de verandering in aanstellingen en bijbehorend beroepingsproces enerzijds, en plaatselijke regeling anderzijds, grijpen op elkaar in en ontwikkelen zo naast elkaar. Nu, eind 2023, zijn de knopen doorgehakt en ligt er een concept-plaatselijke regeling klaar om goedgekeurd te worden door de AK. De verwachting is dat de AK er 20 november akkoord mee gaat, er is al een grote overeenstemming.” [Dit is inmiddels gebeurd.]

Hoe zit het met die beroepskrachten?

Vincent: “Het was altijd zo dat predikanten in dienst kwamen van de wijken. Dat gaat veranderen: predikanten en andere kerkelijk werkers komen in dienst van de PGG.”
Josha: “Dit is een spannende, maar zoveel weerstand kwam hier niet op. Maar, als het praktisch wordt, dan is het wel, hoe gaan we een gezamenlijke vacature invullen? In het Breed Overleg erkent men de urgentie: er is flexibiliteit nodig in aanstellingen, en we willen versnippering tegengaan, anders heeft iedere kerkplek zijn eigen kleine aanstelling en dat is niet aantrekkelijk voor kandidaten.”
Nu zal het zijn dat een predikant of kerkelijk werker ook breder in de PGG ingezet kan worden, met een specialisme bijvoorbeeld, in muziek, of kunst. Wel is er een kerkplek waar zo’n werker zijn of haar jas ophangt, een plek waar die vast zit.”
Vincent: “Dit is ook aantrekkelijk voor aankomende predikanten en werkers: we bieden als PGG, als werkgever, zo een flexibele, maar toch ook eigen werkplek.”

Wie bepaalt dan welke predikant of kerkelijk werker wordt aangesteld?

Vincent: “De AK zal nooit bepalen wie op welke plek werkt, het moet passen bij de kerkplek en van daaruit moet er ingevuld worden.”
Josha: “Een wijk kan blijven zeggen: ‘dát is onze predikant’ Maar die predikant doet ook andere activiteiten in de PGG.”
Als er beroepen moet worden… Josha: “Er wordt een vacaturetekst gemaakt vanuit de PGG en de profielschetsen worden opgesteld door de wijkgemeenten en kerkplekken. Iedere plek heeft zijn eigen sollicitatiecommissie, een sollicitant kan dus twee verschillende commissies moeten spreken. De Evangelische Lutherse Gemeente in Groningen gaat hier trouwens ook in meedraaien. Het heeft iets weg van een marktplaats. Beroepingscommissies zijn dus wijkgevormd. Omdat de PGG de werkgever is, zit er in die commissies wel een vertegenwoordiger van de AK, maar dat was altijd al zo.”

Wat merkt een gemeentelid?

Vincent: “Gemeenteleden zullen niet direct heel veel merken. Deze nieuwe plaatselijke regeling is vooral heel bestuurlijk van aard. Wijkgemeenten hebben namelijk zelf ook weer een plaatselijke regeling. Hierin staan dan zaken over verkiezingen van ambtsdragers, wie de doopvragen mag beantwoorden, hoe er omgegaan wordt met (in)zegening van levensverbintenissen. De besluitvorming daaromtrent laat de AK bewust bij de wijken. De nieuwe, brede plaatselijke regeling legt juridisch vast hoe het bestuur van de PGG georganiseerd is. Dat gaat veranderen: Er komt een structuur van een Dagelijks Bestuur (kleine AK) en Algemeen Bestuur (Grote AK). In die Grote AK zijn alle wijkgemeenten met twee afgevaardigden vertegenwoordigd. Men zou kunnen zeggen dat de AK daarmee wat dichter bij de wijk komt. Er was nu altijd maar één afgevaardigde.”
Josha: “Maar nogmaals, deze regeling is een stevig juridisch document dat vooral vastlegt hoe we de PGG besturen, de regeling laat het gemeenteleven het meest gedelegeerd bij de eigen wijken.”

Dit artikel verscheen eerder in Kerk in Stad 22 op 5 december 2023 – kerkinstad.nl.

Scroll naar boven