Op de foto: Oorlog Oekraïne, foto defensie.nl
Nieuws, agenda, informatie en oproepen uit de classis
‘God zag alles wat Hij had gemaakt; het was zeer goed.’ (Genesis 1:31)
‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.’ (Johannes 1:5)
Pasen, opstanding en opstaan, vormt de kern van onze christelijke traditie en ook van mijn bestaan. Geloof in het doorgaande verhaal van het leven van Jezus en in de kracht van Zijn opstanding geeft hoop en toekomst. Het is duidelijk dat het niet eenvoudig is dat vol te houden in de wereld waarin wij leven. In Oekraïne wordt alles kapot gemaakt wat maar kapot kan, is mijn indruk, en mensen zoeken hun weg tussen de brokstukken om verder te gaan. In Turkije en Syrië heeft de aardbeving zo onwaarschijnlijk veel schade aangericht, met allerlei oorzaken, dat mensen ook daar hun weg proberen te vinden tussen de brokstukken.
We zullen er rekening mee moeten houden, zo lees ik deze dagen, dat de oorlog langer zal duren dan we dachten en hoopten; we zullen er ook rekening mee moeten houden dat we voor langere tijd hulp moeten bieden aan mensen die zijn getroffen door de aardbevingen.
Daarvoor is deze veertigdagentijd. Je bezinnen op wie je bent in relatie tot de mensen om je heen. Nadenken over die goede schepping, waarin de afhankelijkheid groot is, maar ook te doen. Nadenken over het licht, dat door de duisternis niet te pakken is genomen. Integendeel, denk ik: het is juist dat licht dat wij mensen naar elkaar kunnen uitstralen waardoor leven mogelijk is.
Beleid: wat zijn de financiële mogelijkheden voor uw gemeente?
Geld volgt inhoud, zo roep ik nog al eens wanneer ik bij een kerkenraad een bezoek breng. Eerst nadenken over hoe je gemeente wilt zijn, waarom je er bent als kerkelijke gemeente in je dorp of wijk en dan kijken hoe dat moet en wat je nodig hebt. Regelmatig word ik gevraagd of het mogelijk is het vermogen van de gemeente in te zetten voor een te beroepen predikant of te benoemen kerkelijk werker. Om die afweging te maken, hebben we een CCBB, die de financiën van een gemeente beoordeelt en kijkt wat kan en wat niet. Tegelijk zeg ik er regelmatig bij: als je een goed plan hebt, wanneer je laat zien dat je hebt nagedacht over hoe je verder wilt als gemeente, verbonden met je omgeving, dan lijkt het mij sterk dat het CCBB niet met jullie wil zoeken naar de financiële mogelijkheden. Wel in deze volgorde.
Overigens is voor het beroepen van een predikant toestemming nodig van het Breed Moderamen van de classis, waarna een solvabiliteitsverklaring wordt afgegeven met daarin de formatie die te doen is. Voor het benoemen van een kerkelijk werker is de solvabiliteitsverklaring niet noodzakelijk, maar wel toestemming van het CCBB vanwege de begroting van de gemeente (Ordinantie 11-7-3 van onze kerkorde).
Ambtsdragers eredienst
Er komen nog al eens vragen over de benodigde aanwezigheid van ambtsdragers bij een eredienst: hoe veel moeten dat er zijn en moeten dat wel ambtsdragers zijn of kan het ook met oud-ambtsdragers?
In ieder geval is de kerkenraad verantwoordelijk voor de eredienst, maar nergens wordt gesproken over een ‘ouderling van dienst’. Er valt veel voor te zeggen dat in de eredienst zowel een ouderling (noem deze eventueel ouderling van dienst) en een diaken aanwezig zijn, maar kerkordelijk is dat niet noodzakelijk; het is ook niet noodzakelijk dat de kerkenraad samen met de predikant binnenkomt en dat kerkenraadsleden op de eerste rij vooraan in de kerk zitten: dat kan gewoon op iedere plek in de kerkbanken, de aanwezigheid is al prima. Het kan gebeuren dat er helemaal geen ambtsdrager aanwezig is en ook dan kan de dienst gewoon doorgaan, al blijft de kerkenraad verantwoordelijk.
Soms hoor ik dat kerkenraden iemand in het ambt bevestigen alleen om ‘ouderling van dienst’ te kunnen zijn. Deze ambtsdragers maken evenzeer deel uit van de kerkenraad als andere ambtsdragers, het kan niet zo zijn dat zij geen verantwoordelijkheid dragen voor de besluiten van de kerkenraad. De kerkenraad is en blijft de vergadering van alle ambtsdragers.
Wie is bevoegd om voor te gaan?
Zij die hun uiterste best doen om het rooster van voorgangers voor elkaar te krijgen hebben het moeilijk, zo hoor ik van veel van hen. Als je in januari begint met bellen, dan moet je niet te laat in de maand zijn, want dan zijn veel voorgangers al voor het gehele volgende jaar bezet; en alle pogingen tot nu toe om dat op te schuiven en pas in september te beginnen voor het preekrooster van het volgende jaar, ook om afzeggingen vanwege gewijzigde plannen te voorkomen, lukken niet. Sommige preekvoorzieners zijn de wanhoop nabij, omdat er eenvoudigweg te weinig bevoegde voorgangers zijn.
Wie zijn er bevoegd? Dat zijn de predikanten of predikanten in opleiding met een consent (de proponenten); het zijn ook voorgangers uit andere kerken die daar bevoegd zijn, kerken waarmee de Protestantse Kerk een speciale relatie heeft (terwijl de bevestiging van ambtsdragers hierbij is uitgesloten). Zij hebben in onze kerk dezelfde bevoegdheden als bij de kerk waar zij actief zijn. Er zijn ook mensen met een preekconsent, veelal kerkelijk werkers die deze bevoegdheid voor hun eigen gemeente of voor een regio hebben gekregen (wij verlenen vanaf heden alleen maar preekconsenten voor de gehele classis). Deze kerkelijk werkers zijn dan weer niet altijd bevoegd om de sacramenten te bedienen (of belijdenis van het geloof af te nemen en dergelijke).
In uitzonderingsgevallen is het mogelijk een viering te houden zonder bevoegde voorganger.
Er zijn kerkelijk werkers zonder preekconsent die wel degelijk voorgaan of zelfs de sacramenten bedienen, wij weten dat het gebeurt, naar de kerkorde is dat niet toegestaan. Het is bekend en het wordt steeds duidelijker dat er steeds minder predikanten komen en het aantal kerkelijk werkers met preekconsent ook niet oneindig is.
(Tekst gaat verder na de afbeelding)
Vacatures
Al eerder heeft het Breed Moderamen van de classis de alarmbel geluid vanwege het grote aantal vacatures bij gemeenten in onze classis, die op zoek zijn naar een voorganger, een predikant dan wel een kerkelijk werker. Dat geldt voor grote en kleine gemeenten, voor voltijds en deeltijds, voor combinaties van gemeenten en gemeenten die op zichzelf staan. De getallen zijn schrikbarend: van ruim 35% op dit moment naar zo’n 50% volgend jaar. We hopen dat een aantal uiteraard gewoon vervuld zal gaan worden, maar de verwachting is dat het niet snel zal gaan, de uitzonderingen daargelaten. Er is weinig nieuwe instroom van studenten bij de PThU en deze zijn uiteraard ook niet meteen beschikbaar. En ook kerkelijk werkers worden niet in grote aantallen opgeleid.
Dit is een grote zorg, die vraagt om creativiteit en oude patronen loslaten om te kijken hoe zo veel mogelijk gemeenten wel professionele ondersteuning kunnen krijgen. Het zou mooi zijn als gemeenten hun voorgangers zo veel mogelijk willen delen; het zou mooi zijn als voorgangers bereid zijn om ook op andere plekken dan hun eigen gemeente zo nu en dan bij te springen of structureel mee te doen. Het vraagt om solidariteit tussen gemeenten onderling en overleg van voorgangers in werkgemeenschappen en daarbuiten.
Emeriti
Het tekort aan voorgangers zou iets draaglijker kunnen worden wanneer meer emeriti zich zouden kunnen inzetten in het gemeentewerk. We zien nu al dat soms een emeritus wordt aangesteld voor zogeheten structurele hulpdiensten. Dat mag niet langer dan twee jaar en een verlenging van twee jaar, maar dat helpt wel. Ook gaan emeriti veel voor in onze gemeenten en ook dat helpt.
We willen graag dinsdag 18 april een ontmoeting met (aanstaande) emeriti (niet alleen predikanten) die wel inzetbaar zouden kunnen of willen zijn. Dinsdag 18 april van 10.30 tot 12.30 uur – de locatie wordt nog bekend gemaakt, maar zal zich bevinden rondom de stad Groningen. Graag aanmelden voor deze dag en zegt het voort, want niet alle emeriti krijgen deze nieuwsbrief en we hebben van emeriti ook geen gegevens. Aanmelden bij ondergetekende; een aantal mensen heeft al aangegeven veel voor een dergelijke ontmoeting te voelen.
Afgevaardigden en commissieleden
Vanuit de gemeenten worden mensen afgevaardigd naar de classicale vergadering. Een aantal van hen maakt vervolgens deel uit van het Breed Moderamen van onze classis. We hebben een aantal keren meegemaakt dat niet het vereiste aantal mensen aanwezig was om een besluit te nemen en dat is vervelend, al lossen we dat tegenwoordig via de mail wel weer op. Het is een zorg dat het quorum er niet is, dat er niet voldoende mensen meedenken en -doen. Dat geldt ook voor onze colleges: opzicht, CCBB en bezwaren en geschillen. Mocht u mee willen doen of iemand weten die het kan, wilt u zich melden bij mij of bij iemand anders van de classis? Dan kunnen we misschien uitleggen wat het betekent en kijken of het iets is wat bij u past. We moeten het tenslotte samen doen.
Ik hoor ook nog al eens dat een gemeente het niet dan na lang bellen en veel praten lukt om een consulent te vinden in vacaturetijd. Dat is jammer, want een gemeente die vacant is heeft wat ondersteuning nodig, al is het niet zo heel veel. Een aanspreekpunt is juist dan prettig en een beroepingsprocedure is niet iets wat gemeenteleden regelmatig doen. Ook dit moeten we samen oplossen.
Ten slotte
Donderdag 30 maart is er een bijeenkomst voor alle kerkelijk werkers in onze classis. Opnieuw spreken we over de notities die moeten helpen om de positie van kerkelijk werkers te verbeteren. Leo Blees zal vanuit de synode ons erover bijpraten en meenemen van jullie wat van belang is. De uitnodiging volgt.
Het is weer een lange nieuwsbrief geworden, maar ik hoop dat de informatie jullie helpt.
En dan nog even dit. In onze classis zijn twee mensen aan het werk, die zijn verbonden aan het Breed Moderamen en daarmee aan de classis: de Diaconaal Consulent Christiaan Dekker, die vooral in Oost-Groningen werkt en voor de helft van de tijd ook vanuit die gemeenten wordt betaald (via Kerk in Actie of andere subsidie-bronnen); en de regiopredikant ds. Heleen Maat, die in verschillende regio’s actief is. We hopen dat de gemeenten in onze classis het werk van deze mensen ook belangrijk vinden en willen meebetalen om dat door te laten gaan. De werkzaamheden zijn voor ons allemaal en solidariteit vinden we belangrijk; bovendien zijn de bedragen niet al te hoog en als we dat gezamenlijk doen, dan lukt dat helemaal. Ze zijn ook beschikbaar voor onze gemeenten, voor jullie dus.
Nog één opmerking zou ik willen maken. Vaak hoor ik van voorgangers en kerkenraden de opmerking: ‘het is tenslotte niet onze gemeente en onze kerk, maar het is de gemeente en de kerk van de Heer’. Deze ‘belijdenis’ helpt om te ontspannen, want we horen hierin dat het niet helemaal van ons en onze inzet afhangt, natuurlijk los van de roepstem die ons oproept om ons in te zetten. Ik zou ook wensen dat het ons helpt zo nu en dan iets meer lef te tonen en risico te nemen met het oog op de toekomst, met het oog op wat komen kan.
ds. Jan Hommes
Classispredikant classis Groningen-Drenthe
06 51 99 97 11
j.hommes@protestantsekerk.nl