Verslag van de classisvergadering van 8 februari 2022
Snel naar:
Samenwerking gemeenten
Financiële solidariteit en advies beheer gebouwen
Verdeling classicale gelden
Volgende classisvergadering
Samenwerking gemeenten
Hoever kunnen we gaan in het aanspreken van gemeenten op samenwerking?
Er komen veel oproepen vanuit de classis met vragen als ‘help ons om samenwerking op gang te brengen’ of ‘we kunnen niet langer alleen, we hebben samenwerking met anderen nodig’. Het Breed Moderamen worstelt regelmatig met de vraag hoever we daarin moeten gaan: ons er wel of niet mee bemoeien, wel of niet samenwerking stimuleren. De basis blijft natuurlijk de zelfstandigheid van de gemeente. Maar als die gemeente om hulp roept, dan is de vraag of wij die hulp kunnen afwijzen of dat we dan juist de gemeente hulp moeten bieden. Aan de hand van een casus van ds. Jan Hommes gaan we in groepjes met elkaar hierover in gesprek. Het is de bedoeling dat per groepje één rapporteur verslag doet van wat daar is besproken.
De meeste mensen zijn het erover eens dat dwingen niet werkt. Wat wel kan, is sturen met de zachte hand, waarbij men dan rekening moet houden met wat er plaatselijk speelt. Wat zijn de gevoeligheden, de knelpunten en de plaatselijke cultuur van verschillende dorpen? En welke inspirerende mensen binnen de gemeentes waar het om gaat zouden in een leidende rol kunnen worden geplaatst bij het voeren van een gesprek? Wel moeten de gemeentes op de noodzaak van de situatie worden gewezen: we willen immers geen sterfhuisconstructie, en ook niet dat buurgemeenten toekijken hoe een gemeente kopje onder gaat.
Mensen uit de gemeentes moeten daarom vooral aangemoedigd worden met elkaar te praten. Zo ontstaat er een gevoel van solidariteit. Sommige groepen lijkt het goed als de classis meer bevoegdheid krijgt om ondersteunend te zijn: ‘jouw probleem is mijn probleem, we gaan samen aan de slag’. De classis zou gesprekken tussen plaatselijke gemeentes kunnen opstarten of vlottrekken als het de gemeentes zelf niet lukt.
Voorzitter Henk van Dijk vat dit deel van de vergadering samen: “Inventariseer wat intensiever dan wat tot dusverre is gedaan en daar waar je problemen ziet mag je best wat druk uitoefenen en gemeentes wijzen op hun onderlinge verantwoordelijkheid.”
Financiële solidariteit en advies beheer gebouwen
Naar aanleiding van twee notities van ds. Raymond Poede en Henk van Dijk zijn drie vragen geformuleerd, die weer in groepjes met elkaar werden besproken. De vragen:
- 1. Zijn wij als CV bereid te adviseren om niet alleen inhoudelijk maar ook financieel solidair te zijn en onze financiële mogelijkheden te delen met andere gemeenten binnen onze classis?
- 2. Zijn wij als CV bereid te adviseren het beheer van onze gebouwen in onze classis centraal (binnen de classis) te laten plaatsvinden, mits de voortgang van onze plaatselijke activiteiten niet noemenswaardig wordt belemmerd?
- 3. Is de denkrichting in het stuk van ds. Poede een weg om verder te verkennen of moet het een geheel andere kant op, zo ja welke?
Veel mensen benadrukken het belang van vertrouwen. Gemeenten kunnen ook heel veel voor elkaar betekenen. Het onderbrengen van de plaatselijke financiën bij een hoger orgaan als de classis gaat voor velen een stap te ver. De taak van de classis wordt eerder als ondersteunend gezien. Er is bij de plaatselijke kerkenraden namelijk niet altijd genoeg kennis en kunde van financiën. Het komt nu al vaak voor dat kleinere gemeentes hun administratie onderbrengen op het kerkelijk bureau van een grotere gemeente in de buurt. Dit wordt toegejuicht: zo blijven de gemeentes zelfstandig maar is er wel sprake van verantwoordelijkheidsgevoel en solidariteit. Gemeenteleden voelen zich ook, financieel en praktisch, meer betrokken als de financiën niet bij een hoger orgaan liggen.
Soms zijn er echt grote financiële problemen, zoals wanneer een gemeente een gebouw niet meer kan onderhouden. Maar vaak is het op te lossen door om hulp te vragen bij een buurgemeente en met vertrouwen in gesprek te gaan: wat bindt ons? Wat geloven we, ook als het gaat om gebouwen en financiën? Die verbinding is de basis voor solidariteit.
Verdeling classicale gelden
Onze preses licht toe dat er een landelijke commissie is samengesteld die zich gebogen heeft over de vraag hoe de classicale gelden die in Utrecht geparkeerd staan ten goede kunnen komen aan alle classes. Het allerbelangrijkste punt is dat deze gelden onevenredig zijn verdeeld. Er zijn classes die veel geld in de pot hebben waar niemand aan kan komen en er zijn classes die nauwelijks geld hebben. Als commissie vinden we het een reële optie om niet te kijken naar waar het geld vandaan komt, maar vanuit een solidariteitsprincipe de totale pot beschikbaar maken voor alle classes en naar evenredigheid aan alle classes toedelen. De vraag is of al die classes bereid zijn om vanuit solidariteit die afspraak aan te gaan. Het is geld afkomstig van de gemeentes uit de oude classes, dat nu in Utrecht is gestald. Vanuit de commissie rentebaten mag daarvan een bepaald bedrag per jaar worden besteed aan projecten die bij die commissie worden ingediend. Is dit een gangbare weg of moeten de gelden naar afkomst worden teruggegeven?
Het gaat om ongeveer drie miljoen euro, evenredig te verdelen over elf classes. De reacties zijn positief over het loslaten van de herkomst van de classicale gelden. Men wil het graag besteden waar het nodig is, als een zaak van geloof en principe. De een stelt daarbij voor om het geld inderdaad evenredig te verdelen over de elf classes, de ander wil de grenzen helemaal loslaten en de gelden vanuit één pot besteden waar ze nodig zijn. Benadrukt wordt dat bij deze beide opties goede criteria moeten worden opgesteld voor het toekennen van bedragen uit deze pot.
Volgende classisvergadering
De volgende classisvergadering staat gepland voor 22 maart 2022. Dan zal diaconaal consulent Christiaan Dekker spreken over het onderwerp ‘Diaconaat en Armoede’. Hij kon dat tijdens deze vergadering niet doen vanwege corona.