dr. Jan Dirk Wassenaar
Deze oproep deed de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland op 11 november 2022 na bespreking van de nota ‘Speelruimte gezocht. Protestantse visie op kerkgebouwen’. Steenwijk bracht het al in de praktijk.
Zinvol gebruik
Binnen de Protestantse Kerk is het besef gegroeid dat de focus bij het ontwikkelen van een toekomstvisie op kerkgebouwen niet zozeer moet liggen op het afstoten ervan als wel op zinvol gebruik en hergebruik. Zo is er steeds meer aandacht gekomen voor de betekenis van dorpskerken voor de leefbaarheid op het platteland, alsook voor de waarde van monumentale stadskerken voor de maatschappij als geheel. Daarnaast is er meer oog gekomen voor het gezamenlijk gebruik van kerken met andere organisaties.
Nog iets in dit verband: enkele jaren geleden heeft de rijksoverheid het opstellen van gemeentelijke kerkenvisies gestimuleerd. De bedoeling was het lokaal ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op religieus erfgoed door de burgerlijke overheid en de plaatselijke kerkgenootschappen samen. Achterliggende gedachte: voorkomen dat kerken in verval raken of dat ze bij het afstoten een bestemming krijgen die onvoldoende past bij het monumentale of anderszins eigen karakter ervan.
Waar het heilige gebeurt
In het eerste hoofdstuk van ‘Speelruimte gezocht’ wordt de blik gericht op enkele theologische aspecten. De kerk wordt gekwalificeerd als een plaats voor ontmoeting met God en met elkaar, een plaats waar ‘het heilige gebeurt’. In de christelijke traditie denken we dan vooral aan Woord en sacrament. Maar zou het kunnen zijn dat de Geest van God ook nieuwe wegen wijst waarop een gebouw een bepaalde nevenfunctie of zelfs een geheel nieuwe rol in dienst van het koninkrijk van God krijgt?
Duurzaamheid
Het tweede hoofdstuk gaat over kerkelijke perspectieven. Onder dat motto wordt eerst aandacht besteed aan de liturgische ruimte van de kerk, vervolgens aan de vraag hoe de kerk als gebouw missionair en diaconaal ingezet kan worden. Maar daar blijft het niet bij. Ook de facilitaire kwestie van passende huisvesting komt om de hoek kijken, inclusief het belang van allerlei bedrijfsmatig-financiële zaken, tot en met het thema ‘duurzaamheid’. Een toekomstvisie op kerkgebouwen kan daar niet aan voorbijgaan. Ten slotte: emotie. Het vergt veel tact om met emoties om te gaan als zinvol gebruik en hergebruik op de agenda komen.
Religieus erfgoed
In het derde hoofdstuk komen maatschappelijke perspectieven ter sprake. Dan moet u denken aan stedenbouwkundige, architectonische en culturele overwegingen. Heel wat kerken hebben ‘kwaliteiten’ die bescherming verdienen. Ze vallen dan onder de categorie ‘religieus erfgoed’. Dat roept de vraag op naar ‘gedeeld eigenaarschap’. Hoewel veel kerken alleen opengaan voor de erediensten en andere kerkelijke activiteiten, het zijn ook in mindere of meerdere mate publieke gebouwen. Is ‘gedeeld eigenaarschap’ met een andere partij een optie?
In drie bijlagen bij ‘Speelruimte gezocht’ wordt: (1) een voorzet gegeven voor het ontwikkelen van een lokale visie op het kerkgebouw; (2) geattendeerd op het landelijke programma ‘Toekomst religieus erfgoed’; (3) een overzicht gegeven van kerkordelijke bepalingen met betrekking tot kerkgebouwen, inclusief ‘bezwaren’. Al met al genoeg materiaal om aan de slag te gaan met het ontwikkelen van een visie op het kerkgebouw.
Een Nieuw Huis
Men kan stellen dat de Protestantse Gemeente te Steenwijk al voordat de oproep ‘Ontwikkel met lef een visie op het kerkgebouw’ klonk, daar gehoor aan gegeven heeft. Op 25 november woonden de heer Johan Kuiper en ik als scribae van de classis Overijssel-Flevoland de her-ingebruikname van de Grote of St. Clemenskerk in Steenwijk bij. In 2011 zijn de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk van de stad samen verdergegaan als Protestantse Gemeente. Men heeft toen besloten om aan een Nieuw Huis te gaan bouwen. Welnu: de gereformeerde kerk werd afgestoten; de grote, driebeukige, laatgotische hervormde kerk bleef in gebruik. In een van de zijbeuken daarvan is nu een unit met een begane grond en een verdieping gebouwd, genaamd ‘De Opgang’. Het is een ‘gebouw’ met een balie, een keuken en enkele zaaltjes. Tevens is het liturgisch centrum vernieuwd en zijn nieuwe stoelen geplaatst. En er werd een nieuwe ingang gebouwd; overigens: op de fundamenten van een oude.
De Grote of St. Clemenskerk blijft beschikbaar voor kerkelijk gebruik. Wat dat betreft is er niets veranderd. Maar het is de bedoeling dat het gebouw nu meer dan voorheen het geval was ook voor andere doeleinden gebruikt kan worden. Voor die exploitatie is de Stichting Grote Kerk Steenwijk opgericht, die haar werk wil doen met de aandachtspunten religie, kunst, cultuur en educatie. Zo wordt de kerk niet alleen een Nieuw Huis voor de kerkelijke gemeente, maar voor de hele stad. Een wethouder vertelde over een grote bijeenkomst voor nieuwe inwoners van de stad. De Grote of St. Clemenskerk is voor zoiets een fantastische locatie!
Ik moet zeggen dat ik op 25 november met enige scepsis naar Steenwijk reed. Ik ben erg gehecht aan historische kerken en ben al gauw bang dat ze door bouwkundige ingrepen worden ‘vernield’. Ik herken dan ook de emoties die bij grootse aanpassingen van het interieur komen kijken. Maar na het bezoek aan de Grote of St. Clemenskerk in Steenwijk ben ik ‘om’. De loze ruimte van de beuk waarin de unit is gebouwd, wordt nu zinvol benut. Het schip, het priesterkoor en het Zuidkoor zijn vrijwel intact gebleven. De esthetische schade is dan ook beperkt tot die ene beuk. ‘Esthetische schade’…? Dat niet alleen, het is zelfs heel mooi geworden. Een felicitatie aan het adres van de Protestantse Gemeente Steenwijk!
Dit artikel verscheen eerder in het Gezamenlijk Zondagsblad: gezamenlijk zondagsblad.nl.