Kerkelijk werkers Groningen-Drenthe: Geroepen en gezonden

Een brief van de kerkelijk werkers in Groningen in Drenthe aan de Synode van de PKN: bespreking van het rapport ‘Geroepen en gezonden’

Geachte leden van de synode,

Als kerkelijk werkers uit de Classis Groningen-Drenthe hebben we met interesse het rapport ‘Geroepen en gezonden’ gelezen. Op een tweetal studieochtenden hebben we hierover met elkaar van gedachten gewisseld.

Wij zien onze hbo-manier van denken en werken als kracht en aanvulling op het werken in de kerk. Vanuit onze werkervaring denken wij een constructieve bijdrage te leveren aan de praktische uitwerking van het rapport.

Naar aanleiding van bovengenoemde gedachtewisseling komen wij met een aantal opmerkingen en aanbevelingen, die we hebben samengevoegd in de brief in de bijlage. Bovengenoemde gedachtewisseling had betrekking op hoofdstuk III Naar een nieuwe praktijk, de paragrafen 13 tot en met 19. In de bijlage in deze brief hebben wij vanuit deze gedachtewisseling een aantal opmerkingen en aanbevelingen opgesteld over deze paragrafen.

Als u behoefte heeft meer toelichting aan meer toelichting op de opmerkingen en aanbevelingen, dan kunt de uitgebreide documenten bij ons opvragen.

Wij willen u danken voor uw aandacht voor deze brief met daarin onze opmerkingen en aanbevelingen en zijn in afwachting van uw reactie.

Hartelijk groet namens al onze collega’s,

Eelkje de Vries
Kerkelijk werker PG Delfzijl

Esther de Vegt
Kerkelijk werker PG Vries

Opmerkingen en aanbevelingen bij het rapport ‘Geroepen en gezonden’ namens de kerkelijk werkers uit de classis Groningen/Drenthe

Bij hoofdstuk 13 Profielen

Opmerkingen

In het rapport lijken twee discussies door elkaar te lopen. In het rapport gaat het veel over de discussie over het geordineerde ambt van dienaar van het Woord en of en hoe binnen dit ene ambt differentiatie kan worden aangebracht. De andere discussie die gaande is, is de positie van kerkelijk werker als zodanig. Echter in het rapport wordt weinig aandacht besteed aan de kerkelijk werker, die geen voorganger is of wil worden. De positie van deze kerkelijk werker zonder preekconsent met een gespecialiseerde functie wordt in de nota nauwelijks genoemd en dreigt buiten de boot te vallen.

Aanbevelingen

Laat ook kerkelijk werkers participeren in de werkgroep beroepsprofielen.

Voor de beroepsgroep Kerkelijk werkers zouden de volgende profielen kunnen worden toegevoegd:

  1. Kerkelijk werker/pastor als generalist in een dorps-/wijkgemeente met volledige preek-/sacramentsbevoegdheid
  2. Kerkelijk werker werkzaam naast predikant(en) in een zelfstandige functie, waarin hij/ zij regelmatig voorgaat in de kerkdienst/uitvaartdienst/kerkdiensten in verzorgingshuizen
  3. Kerkelijk werker werkzaam naast predikant(en) in een zelfstandige functie, zonder (wens tot) preekbevoegdheid
  4. Kerkelijk werker in een gespecialiseerde functie: Jongerenpastor, ouderenpastor, pionierstaak al dan niet met preekbevoegdheid
  5. Geestelijk verzorger in een instelling binnen de gezondheidszorg (HBO of WO)

Bij hoofdstuk 14 De rol van het breed moderamen van de classicale vergadering

Opmerkingen

In het rapport wordt de rol van het breed moderamen erg groot gemaakt. Wij vragen ons af of deze rol niet te groot is en in hoeverre het breed moderamen daar de mogelijkheden voor heeft. We zien de noodzaak van het in de toekomst meer samenwerken tussen gemeenten. Het is aan de gemeenten zelf om hun behoeften en wensen te formuleren. De classis zou hierin een spiegelrol kunnen vervullen en de samenwerking van plaatselijke gemeenten stimuleren.

Aanbevelingen

Stimuleer de samenwerking tussen gemeenten vanuit die gemeenten zelf en niet van bovenaf door de classis.

Bij hoofdstuk 15 Samenwerking

Opmerkingen

We onderschrijven het belang van samenwerking, zoals genoemd in het rapport. Die samenwerking kan pas tot stand komen als beelden en verwachtingen van elkaar helder zijn. Dit vraagt om toenadering en steeds weer het gesprek zoeken. Hoewel samenwerking niet verplicht of opgelegd kan worden, hoort het bij ieders professionaliteit die samenwerking te zoeken. Als samenwerkende collega’s haal je elkaars talenten en gaven naar boven ten dienste van de gemeente en gemeenten.

Aanbevelingen

Benut en faciliteer de contacten die er al zijn, bijvoorbeeld binnen werkgemeenschappen of ringen, om de samenwerking te bevorderen.

Bij hoofdstuk 16 Opleidingen

Opmerkingen

Het rapport lijkt zich vooral te richten op net afgestudeerde hbo’ers of mensen met preek- en sacramentsbevoegdheid. Wat we in het rapport missen, is hoe er wordt omgegaan met eerder verworven competenties en werkervaringen en wat dat oplevert. Er zal sprake zijn van een overgangsfase voordat nieuwe opleidingseisen geïmplementeerd zijn. Het is ons niet helder wie de aanvullende opleiding gaat faciliteren, zowel in uren als in kosten.

Aanbevelingen

Bij de uitwerking en implementatie van dit rapport zouden zowel kerkelijk werkers, predikanten, een afvaardiging van gemeenten als opleidingsinstituten betrokken moeten worden. Een gezamenlijk gedragen rapport is wenselijk, zo niet noodzakelijk.

Als dit een overgangsfase is, besteed dan veel aandacht aan de overgangsregeling. Maak helder hoe die eruit gaat zien voor ervaren en zittende kerkelijk werkers en hoe hun competenties en ervaringen verdisconteerd zullen worden.

Bij hoofdstuk 17, 18 & 19 Rechtspositie en bezoldiging, overgangsregelingen en flankerend beleid

Opmerkingen

Als kerkelijk werkers en predikanten hebben we elkaar nodig. We worden allemaal geroepen in die ene kerk. Bij een aantal gemeenten is er onvoldoende kennis en kunde om als werkgever de rechtspositie van de kerkelijk werker te garanderen. Op dit moment lopen kerkelijk werkers regelmatig tegen het feit aan dat het College van Kerkrentmeesters van de kerkelijke gemeente waar zij in dienst zijn niet de kennis heeft die bij werkgevers wenselijk is. In het geval van een dienstverband bij de landelijke kerk is dat probleem opgelost. Bovendien maakt een centraal werkgeverschap het veel gemakkelijker om een uniform beleid te realiseren als het om dienstverbanden voor kerkelijk werkers gaat. Overigens zou dit niet alleen voor de geordineerde, maar ook voor de niet-geordineerde kerkelijk werkers een goede oplossing zijn.

Aanbevelingen
  • Laat kerkelijk werkers in dienst komen van de landelijke kerk in plaats van bij plaatselijke gemeenten
  • Faciliteer meer doorgroeimogelijkheden voor kerkelijk werkers, die doorvertaald wordt in de bezoldiging
  • Koppel preekbevoegdheid aan de persoon, in plaats van aan de gemeente. De preekbevoegdheid wordt gegeven voor onbepaalde tijd. Trek de bijscholing rondom preekbevoegdheid gelijk aan die van predikanten
  • De PE zou beschikbaar moeten zijn voor alle kerkelijk werkers, ook die met een dienstverband kleiner dan 12 uur. Qua facilitering en kosten kan gekeken worden naar andere beroepsgroepen, bijvoorbeeld de gezondheidszorg
  • Ook kerkelijk werkers met een klein dienstverband zouden geordineerd moeten kunnen worden
Scroll naar boven