Inleiding op de classisvergadering van 14 september 2021 door ds. Jan Hommes
Concreet is de vraag aan ons als classicale vergadering of wij een commissie willen vormen waar huisgemeenten zich aan kunnen koppelen. Ik zou graag willen dat u luistert met deze vraag in uw achterhoofd.
Alternatieven voor opheffing
Een huisgemeente kan dienen als een voortzetting van een gemeente die het niet meer lukt om een kerkenraad te vormen. Wanneer dat het geval is, dient het Breed Moderamen van de classis in actie te komen en ofwel te koersen op een kleinere kerkenraad, een samenvoeging met een buurgemeente dan wel het opheffen van een gemeente. Opheffen is wel het laatste wat we willen, samenvoegen lukt niet altijd, omdat er niet een buurgemeente is waar dat bij kan of die dat mogelijk maakt en een kleinere kerkenraad is niet altijd toekomstbestendig of een goede oplossing. Een alternatief is de vorming van een huisgemeente.
Voor wie is een huisgemeente?
Een huisgemeente is een groep mensen die samen een gemeenschap vormen die willen vieren en een aantal andere dingen die bij een kerkelijke gemeente horen willen doen; ze zijn echter te klein geworden om een echte gemeente te vormen: een kerkenraad te hebben, dat is eigenlijk het belangrijkste. Die gemeenten zijn er in onze regio. Een gemeente die wel kerkgangers heeft, soms relatief veel, maar zodanig is vergrijsd dat een kerkenraad niet meer lukt. Ze willen wel graag blijven vieren, de pastorale zorg organiseren (daar is ook structuur voor) en wellicht een koffieochtend of een bijbelkring dan wel gesprekskring houden met elkaar. Zoals dat nu ook het geval is. Maar kerkenraadsleden en die verantwoordelijkheden kunnen ze niet meer dragen.
Hoe werkt een huisgemeente?
Een huisgemeente is dan een mogelijkheid. De gemeente wordt dan opgeheven en de leden wordt gevraagd lid te worden van de huisgemeente. Dat betekent dat er plaatselijk een commissie wordt gevormd, geen ambtsdragers, die ervoor zorgt dat er wekelijks vieringen zijn, dat de deuren van een gebouw open zijn, dat de faciliteiten op orde zijn. Deze commissie heeft ten minste jaarlijks een gesprek met de kerkenraad waar hij onder valt – want er moet een kerkenraad verantwoordelijk zijn, of een andere ambtelijke vergadering, de classis. Die kerkenraad dan wel classicale commissie moet zorgen voor de faciliteiten, met name de financiën, en erop toezien dat er plaatselijk een commissie blijft en dat die goed functioneert.
Wat de huisgemeente niet is
Een huisgemeente is geen rechtspersoon: ze kan geen bezittingen hebben, geen giften aannemen, ook geen vrijwillige bijdrage, kan niet zelfstandig allerlei besluiten nemen. Daar is dus ook geen geld, er zijn geen middelen, die zijn elders ondergebracht bij een ambtelijke vergadering.
Wat een huisgemeente wel is
Een huisgemeente kan wel leden hebben: dat zijn mensen die zichzelf aanmelden bij deze gemeenschap. Deze mensen kunnen leden van een andere kerkelijke gemeente zijn, het kunnen ook mensen zijn die lid zijn van de PKN, maar niet elders lid zijn. Dat is bijzonder, want je kunt eigenlijk alleen maar PKN-lid zijn als je lid van een gemeente bent, dat is nog een open eindje.
De commissie regelt de dagelijkse gang van zaken. Er kan gewoon worden gevierd met bevoegde voorgangers, alleen bij de bediening van sacramenten zijn ambtsdragers nodig.
Geen clubje
Een huisgemeente is dus niet hetzelfde als wat we wel zien in wat meer evangelisch gerichte gemeenten: bijeenkomsten bij iemand thuis, ontmoetingen in kleine kring met maaltijd en bijbelstudie. Een huisgemeente is ook niet een clubje los van de kerkelijke organisatie die haar eigen gang gaat. Een huisgemeente is een soort van wijkgemeente zonder wijkkerkenraad, vroeger een kerkenraadscommissie.
Vraag aan de classicale vergadering
Nu is de vraag: willen wij, als classicale vergadering, deze huisgemeenten onder de paraplu laten vallen van de classis door hiervoor een commissie in te stellen die dan als het ware fungeert als een kerkenraad: zij zorgt voor de financiën (wat zij uitbesteedt aan een kerkelijk bureau wat ons betreft), zij zorgt voor het jaarlijkse gesprek met de commissie van de huisgemeente en draagt daar ook verantwoordelijkheid voor?
Op deze manier kunnen we kleine gemeenten die niet verder kunnen behulpzaam zijn.
Ds. Jan Hommes, classispredikant