‘Wij willen wel hulp bieden, maar hoe komen we met mensen in contact? Hulpvragen krijgen we amper binnen.’ Herkenbaar? Bij mijn kennismaking met de diaconie van de PKN in Stadskanaal kwam deze vraag op.
In ons gesprek werd duidelijk dat ze elk jaar kerstpakketten uitdelen aan vijftien à twintig gezinnen. Deze adressen krijgen ze telkens van gemeenteleden, ouderlingen en de predikant. Ieder jaar gaat de diaconie langs met een kerstpakket. Ik vroeg wat zij de rest van het jaar met deze gezinnen deden. Het werd stil. ‘Goh, nog nooit over nagedacht.’ We spraken daarna door over hoe je bij deze gezinnen langs kunt gaan en hoe vaak. Met wie doe je dat en wat zeg je dan?
Vaak leeft het idee dat je moet wachten op een hulpvraag. Echter, de drempel is vaak te hoog. Gemiddeld duurt het bij financiële problemen vijf jaar voordat iemand om hulp vraagt. Dan staat het water al ver voorbij de lippen. Als je nou eens als diaken de eerste stap zet en/of andere gemeenteleden stimuleert om dat (ook) te doen. Dat is wellicht ongemakkelijk. Echter, voor die gezinnen/personen is het nog veel ongemakkelijker. Naast de moeite met rondkomen, schamen ze zich ook nog en vragen dus liever niet om hulp. Hoe kun je hen als diaconie dan tegemoetkomen? Letterlijk?
We dachten hardop over wat je dan kunt zeggen en hoe je dat zegt. Help ze door je eigen verlegenheid in het contact op tafel te durven leggen, eventueel het ongemak te benoemen: ‘Ik voel me best ongemakkelijk als ik u vraag of u het allemaal redt deze maand. U voelt dat misschien ook wel. Toch stel ik de vraag wel, want wellicht kan ik iets voor u betekenen. Het zijn ook geen gemakkelijke tijden.’ Conclusie: Zij gaan hiermee aan de slag. Moedige mensen, die diakenen.
Om de week schrijf ik een pareltje uit mijn werk: Een tip, ervaring, persoonlijk verhaal, gedicht of iets anders. Ter inspiratie voor jou als diaken/christen om je in te zetten voor mensen die in armoede leven.
Christiaan Dekker, diaconaal consulent