VERBINDING Column
Het wordt regelmatig gebruikt, het woord ‘kerkganger’. Zeker na de coronabeperkingen hoor ik nogal eens voorbijkomen: “Zijn de kerkgangers allemaal al terug?”
Henk van Dijk
Wat is nu eigenlijk een kerkganger? En hoe belangrijk is het dat die ‘terugkomen’? Dat veronderstelt dat ze zijn weggeweest, maar is dat ook zo? Ben je alleen een kerkganger wanneer je regelmatig naar de kerk gaat, of ook als je wel eens een kerkdienst bezoekt, of misschien ook wel als je buiten de kerkdienst een kerk bezoekt? Of is het een wat eufemistische manier om mensen die bij de kerk betrokken zijn te omschrijven?
In de coronatijd waren er misschien wel veel ‘kerkgangers’ die via de digitale snelweg kennisnamen van wat er op zondagochtend in de kerk gebeurde. Een deel van deze digitale kerkgangers deed dat op een eigen tijdstip, los van het daadwerkelijke moment. Een deel zelfs op een andere dag dan de zondag. Vanuit een aantal kerken werd waargenomen dat het aantal mensen dat in totaal een digitale dienst bekeek of beluisterde hoger lag dan het aantal personen dat voor die tijd fysiek een kerkdienst bezocht. Er zijn dus ook ‘kerkgangers’ die de kerk van binnen niet echt kennen.
Daar kun je nog aan toevoegen dat er ook ‘bezoekers’ van de kerk zijn die, los van een dienst, het gebouw bezoeken. In letterlijk opzicht dus kerkgangers die niet bij de kerk horen naast mensen die wel bij de kerk horen maar daar (vrijwel) nooit komen.
Kortom, kerkganger is eigenlijk een woord dat weinig zegt als je niet weet in welke context het begrip wordt gehanteerd.
Het bracht voor mij wel aan het licht dat er dus meer mensen zijn die graag iets met een kerkelijke viering beleven op een moment dat het hen uitkomt. Misschien wel veel jongere mensen met drukke gezinnen voor wie de kerkgang op zondagochtend een brug te ver is, maar die wel geïnteresseerd zijn in levensvragen en er misschien zelfs wel over willen praten. Liefst op een moment dat hen uitkomt. Met alle aandacht die er momenteel uitgaat om de mensen op zondagochtend terug in de kerk te krijgen, is dat een groep die er zeer bekaaid vanaf dreigt te komen.
Het lijkt er dus toch op dat de generatie Boomers en daarna opnieuw teveel naar zichzelf en de eigen behoeftes kijkt en daarmee, vast onbedoeld maar wel intrinsiek, de huidige generatie tussen de dertig en de vijftig in de kou laat staan.
Misschien moeten we vanuit de classis juist stimuleren dat we eerst eens luisteren naar wat die generatie bezighoudt, zonder rekening te houden met de behoefte van Boomers en de daaropvolgende generatie.
Foto: Tom van der Velde
Dit artikel staat in het classisblad: Verbinding. Lees het hele blad digitaal hier.