Janita van Bruggen (51) is sinds half september straatpastor bij de Open Hof in Groningen. Ze werkt twee dagen in Stad. Daarnaast werkt ze een dag per week in Leeuwarden, ook als straatpastor. Een gesprek met een gedreven ‘mensenmens’, die bekend is met zowel de Pepergasthuiskerk als het GSp en het nu heel leuk vindt om in Groningen te werken voor en met mensen die dak en/of thuisloos zijn.
ds. Jasja Nottelman, studentenpredikant bij het GSp

Hoe ben je bekend geraakt met de stad?
‘Ik woon al vanaf mijn zevende in Groningen en ben in een vrijgemaakt gereformeerde omgeving opgegroeid. Op een gegeven moment paste me dat niet meer. Ik ben echt een zoeker. Ik fietste een keer door de Peperstraat en hoorde toen prachtige muziek en mensen die zongen. Ik ben de Pepergasthuiskerk binnengelopen en ben er niet meer weggegaan. De liederen van onder andere Oosterhuis spraken me aan. Ik houd van het zoekende, van de stilte, van de verbeeldende kant van geloven. Ik heb heel veel geleerd van het voorbereiden van vieringen: de voorbereidingsgroepen van de Peper vond ik erg leuk.’
Je bent ook een tijdje weg geweest.
‘Op een vakantie in Schotland heb ik mijn man ontmoet en toen hebben we eerst een tijd op de Veluwe gewoond. Ik kon hem ervan overtuigen dat we naar Groningen moesten. We vonden een goede plek op het Hogeland en daar zijn we in 2018 neergestreken. Vervolgens kwamen we terecht bij de Protestantse Gemeente Huizinge en daar voelen we ons allebei thuis. Ik ga er regelmatig voor en voel daar ruimte. Het is een nuchtere groep mensen, met veel aandacht voor elkaar en voor wat er in de wereld gebeurt.’
Wat voor werk heb je hiervoor gedaan?
‘Ik heb lang gewerkt als care-manager en arbeidsdeskundige waarbij ik letselschadeslachtoffers hielp bij hun reïntegratie in de breedste zin van het woord. Ik ben nu nog een paar trajecten aan het afronden. Gaandeweg ontdekte ik dat het goed bij mij paste mensen te begeleiden die geen sociaal netwerk hadden. In de trajecten waarbij ik langer bij mensen betrokken was ging ik andere vragen stellen: wat houdt jou overeind, hoe kun je verder? Ik merkte dat ik daar meer mee wilde doen. Toen heb ik een opleiding tot rouw- en verliesbegeleider gevolgd en was de stap richting de HBO-opleiding Theologie nog maar een kleine. Ik heb enorm genoten van de opleiding: de pastorale vakken, het oefenen in zingevingsgesprekken, de ontdekking van de presentiemethode et cetera. Mijn vraag was wel met welke doelgroep ik zou willen werken. Zowel mijn stage in een verpleeghuis als bij het GSp vond ik erg leuk. Ik houd van de diversiteit in het werk en dat er een link is met de maatschappij.’
En hoe kwam je terecht bij het Straatpastoraat?
‘Tijdens mijn studie heb ik twee keer een praktijkdag bij een inloophuis in Lelystad gedaan. Na die dagen dacht ik: hier zou ik wel willen/ kunnen werken. Voor de zomer zag ik dat er voorgangers gezocht werden bij de Open Hof voor de vieringen, en ik werd aangesproken door het onverwachte, de eerlijkheid en de rauwheid. Dat je met de vieringen samen een plek van bezinning en gesprek kunt creëren vind ik mooi.
En toen kwam er een vacature. Zowel in Leeuwarden als in Groningen. Op een woensdagavond had ik een gesprek in Leeuwarden, de donderdagochtend een gesprek in Groningen en nu ben ik zomaar op beide plekken straatpastor!’
Kun je iets vertellen van wat jullie doen als straatpastores?
‘Het is een mix aan activiteiten. Als pastores zijn we aanwezig op plekken waar de mensen zijn en voeren we individuele gesprekken. Daarnaast gaan wij voor in vieringen/ uitvaarten. En elk jaar begeleiden we een kloosterreis. We willen graag de verhalen van mensen van de straat laten horen in de maatschappij. Meer weten over iemand zorgt voor meer begrip en minder afstand. Zo willen we stadswandelingen organiseren, waar een gids die zelf ervaring heeft met dakloosheid, een groep mensen haar/ zijn levensverhaal deelt aan de hand van bepaalde plekken in de stad. We werken samen met een onmisbare groep enthousiaste, betrokken vrijwilligers. Zo wordt er bijvoorbeeld ’s avonds regelmatig met een ‘broodfiets’ koffie en brood uitgedeeld en is er gelegenheid voor gesprek.
Het is ook nog zoeken waar ik aanvullend kan zijn. Ik loop nu door de stad met het idee dat de stad eigenlijk de huiskamer is van dakloze mensen. Wat speelt zich daar af, waar zijn de mensen, hoe leven ze, wie doet een appel op mij?’

Foto: Janita van Bruggen.
Ik zag dat jullie op 10 oktober een verrassende activiteit hadden.
‘Ja, 10 oktober was het wereld-dakloze-mensendag. Vanuit de vrijwilligersgroep kwam een superleuk idee. We liepen met een boom op een bakfiets door de stad en aan de boom hingen blaadjes met daarop uitspraken, levenswijsheden van dak- en thuisloze mensen. Bijvoorbeeld: ‘Praat niet over mij maar met mij’ of ‘Oordeel niet over mij, maar stel mij een vraag’ of ‘Laten we dichtbij durven zijn, want het geluk ligt op straat, kijk er niet overheen, het geluk zit in de ontmoeting’. Het leverde op straat heel veel gesprekken op. Er was ook een boekje waarin mensen iets terug konden schrijven. En het mooie is: er zal bij de Nieuwe Kerk een boom worden geplant op de plek waar een boom is omgewaaid. Die boom krijgt de kans om te gaan wortelen op die plek. Een boom die staat voor de mensen voor wie het niet zomaar vanzelfsprekend is dat zij geworteld zullen raken.’ Kerkbezoekers zullen dan langs de boom lopen die symbool staat voor de dakloze mensen en hun verhalen.
Het zou goed zijn als zo de verhalen van mensen meer bekend worden en we meer van elkaar weten. Dat hoeft niet altijd zwaar en moeilijk te zijn, er is juist ook humor en lichtheid. Het lijkt me mooi als we meer van dat soort acties kunnen gaan doen zodat er meer verbinding tot stand komt!’
Dit artikel verscheen eerder in Kerk in Stad 20 – 2025, www.kerkinstad.nl