Het bruist rondom de Nieuwe Kerk. Rondom Pinksteren 2024 wordt de voorstelling ‘Op het Spel’ opgevoerd in en rondom de kerk. In de aanloop daarnaartoe is er een heel programma georganiseerd. Hoog tijd om de bedenkers en makers hiervan eens te spreken. Een gesprek met Jantine Landman (regie), Jeltje Kok (zijprogramma), Evert Jan Veldman (predikant) en Kees van der Zwaard (scenario).
Henk Binnekamp
De kerktuin als spelopener
Evert Jan: “Al jaren worden er festivals georganiseerd in de tuin rondom de Nieuwe Kerk en is er contact met de buurt. Die tuin is van belang. Tijdens één van die festivals kwam een fotograaf die bloemzaad zaaide in de kerktuin, om de bijenpopulatie te vergroten. Dat was een moment waarop we dachten: We moeten iets met die tuin.”
Jantine vult aan: “We waren in de Nieuwe Kerk al bezig met drama en kerk-zijn voor deze tijd.”
Evert Jan: “Alleen nu weer wat groter. En toen hadden we de mazzel dat Kees van der Zwaard aan kwam lopen in Groningen. Soms moeten dingen op je pad komen.”
Kees: “Mij werd verteld: ‘het moet groot, iets met klimaat, iets met kinderen, iets hier in de tuin’ en dan ontstaat er een verhaal.”
Het spel
Kees: “Hoe zo’n verhaal ontstaat? Het moet over het belang van spelen voor kinderen gaan, het spel staat tegenwoordig onder druk. Alles wordt georganiseerd. Er moet dus iemand zijn die het verbiedt om te spelen: de koning van Groningen… Geen tiran, maar juist iemand die zo doet omdat hij zich zorgen maakt over het klimaat. En dan kom je in een dynamiek: hoe maken we elkaar creatief in omgaan met crises, om te blijven spelen?”
Evert Jan: “O, en Mannes Hofsink moeten we niet vergeten, hij kan de teksten van Kees goed op muziek zetten.”
Kinderspel
Vervolgens moet je een vorm vinden waarin kinderen meedoen, zij zijn belangrijk voor het spel. En dan niet als figuranten, maar echt als belangrijke spelers.
Jantine: “Hiervoor hebben we contacten gelegd met scholen en andere plekken waar kinderen zijn, zoals Het Pand of Together Huiswerk. We staan nu op het punt om met de kinderen gewoon maar te gaan spelen. En dan spelender- of makenderwijs ontstaat er iets, iets dat op dat moment al waarde heeft. Met dit spel hopen we spelers te vinden voor de voorstelling. Wat mij opvalt is dat onze vraag om workshops te organiseren bij scholen stress oproept: alles moet georganiseerd en verantwoord worden. Onze workshops willen dat juist niet zijn: wars van efficiëntie denken. Er hoeft niets en ieder kind kan meedoen. En mijn ervaring is dat kinderen graag willen spelen, maar ze willen gezien en herkend worden.”
Evert Jan: “Juist ook doordat de kinderen zo’n prominente plek hebben, kan het project groeien. Want zo willen andere organisaties, scholen bijvoorbeeld, ook meedoen.”
Dit typeert het hele project: er wordt niet alleen door de kerk gespeeld, maar juist ook met de buurt en andere organisaties.
Evert Jan vervolgt: “Er is een heel sterke band met de buurt. Er heerst creativiteit, duurzaamheid speelt een belangrijke rol bij de bewoners.”
Het speelveld
Jeltje: “Dat maakt het zo leuk: er bleek vanuit de wijkvereniging Hortus-Ebbinge ook een groepje bezig te zijn met klimaat en duurzaamheid. Nu organiseren we samen een aantal lezingen als voorbereiding, als bedding van de voorstelling.” Zo’n samenwerking is overigens best spannend: “Gaat het allemaal goed komen? Komen er wel mensen naar de lezingen? Gelukkig: De eerste lezing, met ds. Weima, was afgelopen 17 oktober en werd verrassend goed bezocht.”
Kees: “We willen de voorstelling met amateurs doen en zijn dus op zoek naar spelers. We geven daar ook workshops voor.”
Evert Jan: “Maar we hebben bijvoorbeeld ook mensen nodig die kinderen hier naar de Nieuwe Kerk willen brengen om te spelen. Als je ergens aan begint… Gaandeweg ontstaan er dus ook weer ‘spellen’, samenwerkingen.”
Jeltje: “Bijvoorbeeld met Groen Geloven Groningen, zij hadden Paul Schenderling al uitgenodigd. We kunnen het spel zo groter maken.”
Kees: “Het lef om iets te laten gebeuren. Dat is wel echt nodig.”
De bedding
Als we het hebben over de bedding, dan is er dus het programma voor kinderen op scholen, maar er is ook een bedding, een aanloop, voor volwassenen. Dat wordt ingevuld door de lezingen. De lezingen hebben vooral bewustwording op het oog en handreikingen, al is het klein. Jeltje: “Wat zetten we op het spel? Het klimaat; en dat gaat niet goed. En dat maakt woedend. In de laatste lezing werd die woede ook verbonden met rouw: we moeten afscheid nemen van iets, van onze huidige manier van leven, van natuurlijke schoonheid. Dat kan woede opleveren.”
Kees: “Alleen is woede in Europa in een kwaad daglicht komen te staan. Er is een scheiding tussen verstand en gevoel of lichamelijkheid. En daar kan ‘spel’ zoveel in betekenen.”
Kees: “Een man vertelde eens: ‘bij het lezen van een bijbelverhaal denk ik een heleboel, maar als we gaan spelen doet mijn lijf iets anders’. Je lijf is je oudste geheugen…”
Spel is zo een manier om met die woede en stress om te gaan.
Geslaagd spel
Wanneer is het hele proces geslaagd?
Jeltje: “Voor ons als bedding-groep is het al geslaagd: de eerste lezing is zo goed bezocht, door zulke verschillende mensen ook.”
Kees: “Als er acht keer honderd mensen een mooie voorstelling meebeleven. Maar het is ook een vormingstraject waarvan we hopen dat het doorwerkt in de Nieuwe Kerk. Daarvoor worden nu ook mensen getraind.”
Evert Jan: “Dit is een manier van kerk-zijn die mijns inziens de enige weg is. Door deze weg keren we ons als kerk naar buiten en doen mensen buiten de kerk mee. Daarmee is dit project nu al geslaagd.”
Jantine: “Het is geslaagd wanneer kinderen de ruimte hebben gehad en krijgen om hun eigenheid te tonen en hun kind-zijn kunnen voelen en dat wij daar iets voor hebben aangeboden. En heel belangrijk: het maken is al waardevol, zonder dat er resultaat is.”
Dit artikel verscheen eerder in Kerk in Stad 20 op 7 november 2023 – kerkinstad.nl.